Verhalen met categorie:

Alle

Aantal verhalen:

5

Laatste verhaal: 5 oktober, 2023

Sectie A blad V, Gemeente Nieuw-Beijerland (Noord-Hoeven)

In het eerdere bericht ‘Tolhuis Nieuw-Beijerland’ werd gemeld dat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) het vijfde blad van sectie A, gemeente Nieuw-Beijerland (Noord-Hoeven) niet in hun collectie aanwezig was. Blad 1 tot en met 4 van sectie A wèl. Vervolgonderzoek bracht me bij het Nationaal Archief en wel bij het KADOR-archief met de oudste kadastrale minuut- en verzamelplattegronden van dorpen en steden in het zuidelijke deel van de provincie Zuid-Holland. De inventaris bevat ook alle minuutplans van Nieuw-Beijerland waarbij de kaarten met het jaartal 1820 digitaal te raadplegen zijn. Het probleem is echter dat ook hier slechts vier kaarten van sectie A bekend zijn. Maar, zou misschien inventarisnummer 811 dan die van 1820 zijn …?

Mijn vraag aan het Nationaal Archief ‘Misschien is 811 de ontbrekende kadastrale kaart Nieuw-Beijerland sectie A blad V, 1820?’ leverde het gehoopte antwoord op. Inventarisnummer 811 is inderdaad blad V van de sectie A. Heb ik toch maar mooi een bijdrage kunnen leveren aan de herontdekking van dit ‘vermiste’ blad V!

Bron: Nationaal Archief; 4.KADOR-R Inventaris van minuut- en vervolg-minuutplans van de Dienst van het Kadaster.

Gebruikte afbeeldingen

Gebouwd op een brug

Ghelaste tot bovwingh van dit Raethvys van Ovt Beyerland

Het Raethvys werd in 1622 gebouwd op de in 1595 tegenover het kerkhof aangelegde brug. De eerste steen van het raadhuis werd op 5 mei 1622 gelegd door Abram Pandelaert en Isaack Manrique, zonen van de op de gedenksteen genoemde Gillis Pandelaert en Jeronimus Manrique.

De gedenksteen bevindt zich op de bovenverdieping van het pand en toont wie ‘ghelaste’ waren, dat wil zeggen de opdracht hadden gekregen, tot het bouwen van het raadhuis.

Gillis Pandelaert was rentmeester en secretaris, maar ook heemraad van de polder Oud-Beijerland. Hij moet een vermogend man geweest zijn en was tevens eigenaar van een steenbakkerij die ten westen van het dorp aan het Spui lag. Jeronimus Manrique was baljuw en dijkgraaf. Hij was belast met de strafrechtspraak in de Beijerlanden en in die functie lid van de Hoge Vierschaar en als dijkgraaf voorzitter van het polderbestuur. Manrique was van Spaanse afkomst en werd in Antwerpen geboren. Jan de Laet was fabriekmeester en in die hoedanigheid zeker de architect en misschien ook wel de bouwer van het raadhuis. Zo aan de achternamen te zien zouden Pandelaert en De Laet wel eens van Vlaamse afkomst geweest kunnen zijn.

Bron: Het Oude Raadhuis. De geschiedenis van het Raadhuis van Oud-Beijerland. J. Schipper, 1993.

Gebruikte afbeeldingen

Een onduidelijke doop in 1773

De inschrijving van de doop van Jannigje Hempel in het Doopboek van Oud-Beijerland in het jaar 1773. Als gevolg van een vorm van restauratie is de tekst op de linkerzijde van de bladzijde vervaagd. De namen van de dopelingen zijn goed te lezen maar de scan geeft geen duidelijkheid over de dag en maand van de doop. Toch is er een mogelijkheid om daar achter te komen. Voorwaarde is wel dat in dit geval Jannigje in de tijd van de burgerlijke stand, dus na 1812, trouwde of hertrouwde!

Gelukkig is Jannigje, ze komt in de akten ook voor als Jannetje, na het overlijden van haar eerste man hertrouwd. Als je wilde trouwen moesten er bij de ambtenaar van de burgerlijke stand diverse stukken overlegd worden, de zogenaamde huwelijksbijlagen. Deze bijlagen bevatten onder andere afschriften van de geboorteakten of doopinschrijvingen van het bruidspaar.

Met behulp van deze bijlagen werd het toch mogelijk om de precieze doopdatum van Jannigje te achterhalen. Uit het afschrift ‘Extract uit het Doopregister der Hervormde Gemeente te Oud Beijerland’ blijkt dat de ‘Tijd des doops’ op 4 juli 1773 was. Ten tijde van het tweede huwelijk van Jannigje Hempel in 1826 was de doopinschrijving blijkbaar nog goed te lezen. De tweede voorwaarde is wel dat de bijlagen bewaard zijn gebleven!

Gebruikte afbeeldingen

Tolhuis Nieuw-Beijerland

TOLHUIS
Detail uit het verzamelplan van Nieuw Beijerland uit de serie ‘Kadastrale kaarten 1811-1832’.
Het is het gebied ten westen van Oud-Beijerland met daarin het Tolhuis, dat op recentere kaarten ook wel de ‘Nieuwe Tol’ genoemd wordt. In 1901 werd in dit gebied de ‘Peefabriek’ gebouwd.
Het is een uitsnede van de kadastrale kaart Nieuw-Beijerland Sectie A blad 5. De serie van Sectie A bevat vijf kaarten. Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) zijn alleen de kaarten 1 tot en met 4 te vinden. Bij navraag bleek dat de kadastrale kaart Nieuw-Beijerland Sectie A blad 5 helaas niet aanwezig was in de gescande collectie.

Gebruikte afbeeldingen

Krasse knar

Bij het zoeken in Delpher kwam ik bij toeval dit bericht tegen. Het stond in de Winschoter Courant van woensdag 15 januari 1873. Wat daar staat was toen blijkbaar, en ook tegenwoordig nog, best wel bijzonder. De leeftijd van 104 jaar bereiken, hertrouwen op 73-jarige leeftijd en dan ook nog negen kinderen verwekken! Maar zou het allemaal wel kloppen? Dat moest dus uitgezocht worden.

We hebben een achternaam met een jaar en plaats van overlijden. Dus moest er gezocht worden in de burgerlijke stand van Oud-Beijerland in het register van overlijdensaktes van het jaar 1873. Al snel bleek dat het om David Elias Cohen gaat, maar dat hij volgens de overlijdensakte niet op 104-jarige leeftijd overleed. Hij overleed op 7 januari 1873 en werd ‘slechts’ 90 jaar oud. Tegenwoordig, maar zeker ook voor die tijd, toch een respectabele leeftijd. Laten we de gegevens verder van boven naar beneden volgen. Weduwnaar toen hij 69 jaar oud was. Met wie was hij getrouwd? Volgens diezelfde overlijdensakte was hij eerst weduwnaar van Mietje Polak en thans man van Rhijntje van den Berg. Dus op zoek naar de huwelijksakte om meer te weten te komen over de leeftijden van de ‘echtelieden’. Hieruit bleek dat David Elias ten tijde van zijn tweede huwelijk, op 26 mei 1843, 60 jaar oud was en zijn vrouw Rhijntje 24 jaar! Dus daar zat wel een verschil van 36 jaar tussen.  En dan te bedenken dat zijn eerste vrouw in augustus 1842 was overleden en hij dus al het volgende jaar een nieuwe bruid had gevonden. In het bevolkingsregister van Oud-Beijerland staat dat het echtpaar van de ‘Israëlitische gezindheid’ was. David Elias was winkelier en het gezin woonde op de Molendijk. Al met al blijken de in het krantenbericht genoemde jaren niet te kloppen. Wat wel klopt is dat hij inderdaad negen kinderen verwekte bij Rhijntje. De ouwe bok en het groene blaadje is hier wel van toepassing. Het jongste kind, ‘thans 13 jaren’ was Judik Cohen. Deze Judik, een jodin dus, kwam in 1942 om het leven in ‘lager Westerbork’.

Gebruikte afbeeldingen